Het WoordenDepot maakt NT2-taalprojecten op maat in het primair onderwijs. Extra taalondersteuning gericht op de woordenschat. Rotterdam is een stad met veel nieuwkomers en die spreken thuis hun moedertaal, het gevolg is dat deze kinderen achteropkomen in hun leerontwikkeling. Alle vakken worden immers in het Nederlands gegeven en zonder de beheersing van die tweede taal, kan het kind niet alles begrijpen. Dat is jammer, want met extra woordenschatlessen kunnen ook deze leerlingen ten volle hun talent benutten.
Carina Groenen is docent Nederlands en NT2, zij is actief in het westen van Rotterdam. Zij onderneemt het opzetten van taallessen binnen en buiten schooltijd om de taalgelijkheid onder de jongeren van de toekomst te laten groeien. Beheers je de Nederlandse taal? Dan kan je onder woorden brengen wat je bedoelt en voel je je serieus genomen. Dat ruimt veel frustraties op.
De kleuters komen in kleine groepjes achter elkaar in een aparte ruimte binnen het schoolgebouw. De docent heeft lesmateriaal klaargezet om de woorden tastbaar te maken, zoals emmertjes met water en doekjes om het woord ‘wringen’ te leren. Alle spullen horen bij het thema dat besproken is met de coördinerende kleuterjuf van de school, en de bijbehorende woorden zijn uitgekozen uit de basiswoordenlijst.
Een thema duurt gemiddeld 5 weken en de woorden worden 2 dagdelen per week aangeboden. Er is veel herhaling in wisselende spelvormen.
Voorafgaand aan het thema is er een 0-meting en na de lesweken een eindmeting. Dat geeft inzicht in hoeveel woorden opgenomen zijn in het geheugen.
Groep 3 en 4 krijgen in kleine groepjes woordenschatles aan de hand van een prentenboek. Er worden korte stukjes voorgelezen en aan de hand van de tekst en de plaatjes worden er vragen gesteld aan de kinderen. Het onderwerp komt meer tot leven en ze worden uitgedaagd om nieuwe woorden te gebruiken.
Ook bij deze lessen sluit het gekozen leesboek aan bij het thema. In deze lessen worden ook voorwerpen gebruikt om tot meer begrip en ervaring te komen, zoals een weegschaal voor ‘wegen’ en een rolmaat voor ‘meten’.
In de bovenbouw wordt gewerkt aan de woordenschat aan de hand van een leesboek. Voor deze doelgroep is een les opgezet buiten schooltijd, in een buurthuiskamer dichtbij school. Daar gaan ze met elkaar een boek lezen onder begeleiding van een docent. Het boek past bij hun leeftijd, de groepen zijn verdeeld in de leerjaren van groep 6, 7 en 8. Zes leerlingen per groep.
De docent legt de nieuwe woorden beeldend uit, het kan gaan om voorbeelden die passen bij een omschrijving van gevoelens, zoals ‘uitgeblust’, of materialen die tot de verbeelding spreken, zoals een type stof, een kleur of een landschap. Mis je de betekenis van veel woorden, dan kan je er geen filmpje van maken in je hoofd en je op die manier inleven in het verhaal. Dan mis je de spanning van het in een verhaal gezogen worden, want het blijven betekenisloze woorden op papier die je wel technisch kunt lezen, maar ze dringen niet tot je door.
De leerlingen volgen vier maanden deze woordenschatles en dit is mogelijk gemaakt door de subsidie van BoTu Open Oproep. De ouders kunnen daardoor hun kinderen kosteloos deel laten nemen.
De leerresultaten worden gemeten aan de hand van aangeleverde toets-metingen, het verschil wordt zichtbaar door de cijfers voor en ná de lessen naast elkaar te leggen.
Het WoordenDepot
Carina Groenen
Mail: carina@hetwoordendepot.nl
Appcontact: 06 123 77 641